Kan je straks nog in je kamer blijven wonen? De vergunning die nodig is om een woning in los verhuurbare kamers om te zetten is geëvalueerd. Het een en ander zal veranderen. STIP zet de wijzigen voor je uiteen.
In de raadsvergadering van 11 juli werd tussentijds de omzettingsvergunning geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie stelt het college dat er te weinig zicht en controle is op de verkamering van panden. Zodoende komt het college met enkele aanpassingen. STIP heeft hierbij zorgen over de gevolgen voor huurders en verhuurders en komt voor hen op.
Hoe ver willen we gaan?
Het merendeel van huurders in verkamerde woningen woont rustig en houdt, net als andere bewoners, rekening met de buurt. Daar waar mensen niet fijn naast elkaar wonen, maar last van elkaar hebben moet de gemeente wat STIP betreft inzetten op bemiddeling. Dat geldt niet alleen voor verkamerde panden, maar voor alle huizen in Delft. Lees hier ook ons bericht bij invoering van de omzettingsvergunning in eind 2017.
Ondanks dat het aantal aanvragen van de omzettingsvergunning een factor tien lager is dan verwacht, zo zijn er slechts vier verleend, en er een groot tekort is aan studentenhuisvesting geven alle andere partijen aan achter een verscherping van de vergunning te staan.
De grootste aanscherpingen uit de tussentijdse evaluatie die nu plaats heeft gevonden zijn:
- Het schrappen van de uitzondering voor woongroepen en het aanscherpen van de hospitaregeling in de huisvestingsverordening
- Het wijzigen van een vergunning op adres, naar een vergunning op naam.
Deze wijzigingen leggen we hieronder uit:
Geen uitzonderingen: samen wonen wordt moeilijker
Lees hier ons eerdere bericht over deze aanscherping met uitleg. Het schrappen van woongroepen en het aanscherpen van de hospitaregeling werd op 27 juni bij de huisvestingsverordening besproken. Daarbij kwam STIP op voor het samen wonen. De gemeente gaat dat nu tegen door extra drempels op te werpen. STIP vindt woonvormen, zoals starters die gezamenlijk willen wonen en ouderen die langer zelfstandig kunnen wonen door elkaar te ondersteunen, gewenste ontwikkelingen. Die moeten gestimuleerd worden in plaats van deze te vermoeilijken met dure vergunningen. STIP diende daarom een amendement in om samen wonen niet te vermoeilijken, zodat deze gewenste woonvormen niet lijden onder de wens van het college om meer controle te krijgen op verkamering. Alle andere partijen vrezen echter dat er ook ongewenste samenwoonvormen zouden zijn. Hoewel de onderbouwende cijfers ontbreken hebben zij daarom al het samen wonen aan banden gelegd.
Vergunning op naam: Huurders op straat bij verkoop?
De tweede aanscherping betreft het voorstel de omzettingsvergunning op naam te zetten in plaats van dat deze aan een adres gebonden is. Hierdoor moet een nieuwe eigenaar van een woning opnieuw een vergunning aanvragen, ook al is de woonsituatie van de huurders niet veranderd. Dit geeft een gekke en onduidelijke situatie door het dure en ingewikkelde traject dat bij (her)toetsing van de omzettingsvergunning komt kijken. In het ergste geval zelfs met huurders op straat.
Huurders en verhuurders in onzekerheid
Bij verkoop van een verkamerde woning zal een potentiële koper de vergunning opnieuw aan moeten vragen, met daarbij de hoge vergunningskosten én onderzoekskosten. Vervolgens kan het 14 weken duren totdat de gemeente enige zekerheid over de toekomst van de woning kan geven. Daarnaast wordt bij de aanvraag ook de leefbaarheid van de buurt in relatie tot het verkamerde huis getoetst. STIP vreest dat door de leefbaarheidstoets uit te voeren op bestaande huurders de rustige studenten straks over één kam worden geschoren met een overlastgevende minderheid. Bij het niet opnieuw verlenen van de vergunning mag de verkamerde woonsituatie niet voortbestaan en zal de gemeente daarop gaan handhaven. Ontbinding van de huurovereenkomst door de rechter is het gevolg, en de verhuurder zal voor alternatieve huisvesting moeten zorgen. Huurders en verhuurders zitten door de hertoetsing dus in grote onzekerheid over hun toekomst.
Omdat alle andere partijen de risico’s rond het op naam zetten van de vergunning voor lief nemen om zo meer grip te hebben op verkamerde panden, heeft STIP uiteindelijk geen motie ingediend om dit te veranderen. Wel hebben we een toezegging van de wethouder dat zij de gevolgen en onze zorgen nauwlettend in de gaten houdt en hierover rapporteert aan de raad.
Wat vindt STIP?
STIP begrijpt en staat achter het verlangen om goed te kunnen overleggen met de verhuurders en zo overlast te verminderen. Bij de voorgestelde aanscherping vreest STIP echter onduidelijke situaties en onschuldige huurders die de dupe kunnen worden van gemeentelijk beleid. Het aanspreken van de verhuurder op goed verhuurderschap kan momenteel al en de afspraken met verhuurders zijn helder. In de huidige beleidsregel behorend bij de omzettingsvergunning op adres staan blijvend geldende voorwaarden voor een verkamerd pand rond de leefbaarheid. Denk hierbij aan huis- en leefregels, een goed bereikbaar aanspreekpunt en bemiddeling bij overlast. De oplossing zit hem niet in een andere manier van vergunning verlenen, maar in het beter naleven van de al aanwezige voorwaarden.
Wat is het vervolg?
De aanscherpingen op de omzettingsvergunning zullen worden doorgevoerd. STIP was de enige partij die de belangen van huurders zwaarder vond wegen dan meer controle op de omzettingsvergunning. Zo is ons amendement om samenwoonvormen zoals woongroepen vrij te blijven stellen van vergunning door geen andere partij gesteund. Na meerdere debatten konden de andere partijen zich wel in onze zorgen vinden en heeft de wethouder toegezegd de processen rond het omzetten van vergunningen op naam, de consequenties voor de huurder en hun bescherming, en het informeren van de huurder te volgen en de raad hierover te informeren. STIP blijft de ontwikkelingen nauwkeurig volgen en zal scherp blijven richting de definitieve evaluatie van de vergunning.
Heb je na het lezen nog vragen? Begrijpelijk, het is een ingewikkeld dossier. Neem vooral contact op met Matthijs Gouwerok.