STIP wil potentie van deelfiets beter benutten

De oranje fietsen zijn na een pilot van twee jaar een bekend gezicht geworden in het Delftse straatbeeld. STIP ziet in Mobility as a Service (MaaS) veel potentie. Om de potentie van de deelfiets te benutten is regulering nodig en daarom vroegen we de wethouder onderzoek naar een vergunningstelsel te doen.

mika-baumeister-fxpyyCx-81U-unsplash

Pilot deelfietsen

Iets meer dan twee jaar geleden werd de Mobike deelfiets in Delft geïntroduceerd. Mobike maakt deel uit van MaaS, Mobility as a Service, een vorm van deeleconomie. Iets waar STIP in gelooft en we waar we net als de pilot al eerder over schreven. De evaluatie van de pilot met Mobike, die vorige week in de commissie besproken werd, laat zien dat er zeker gebruik gemaakt wordt van de deelfietsen en dan met name van en naar stations en de TU wijk.

Daarnaast heeft Mobike een aantal no-parking zones ingesteld, zoals langs de grachten en het station, is er een bepaald servicegebied waarbinnen de fietsen moeten blijven en staan er boetes op het verkeerd stallen van fietsen. Ook speelt Mobike met de hoeveelheid fietsen die in het servicegebied staan en haalt men fietsen op die niet gebruikt worden om deze vervolgens op plekken te zetten waar meer vraag is. Op deze manier probeert Mobike de overlast te beperken.

Wat vindt STIP?

STIP gelooft in het principe van MaaS. Zo kunnen deelvoertuigen de parkeerdruk en daarmee de druk op openbare ruimte verlagen. Er kan bespaard worden op materialen en bovendien zijn deelfietsen een perfecte aanvulling op het openbaar vervoer voor de laatste kilometer naar bestemming (‘last mile vervoer’). Fietsen die op spoorstations gestald staan voor een ritje naar het werk, school of een andere activiteit zijn momenteel verantwoordelijk voor 45% van de parkeerdruk.

Deelfietsen kunnen helpen om de overvolle stallingen in stations en andere hubs te ontlasten, omdat dan niet iedereen er zijn eigen fiets heeft staan maar men een kleinere hoeveelheid fietsen samen deelt. Echter, op dit moment betreft slechts 20% van de verplaatsingen dit werk- en studieverkeer. Dit last mile vervoer kan volgens STIP nog meer gestimuleerd worden.

Daarnaast zouden we graag zien deelvervoer gebruik maakt van dezelfde 'open standaard' zodat je niet voor elke aanbieder een nieuwe app nodig hebt, zoals met het Common.bike concept. Ook ziet STIP graag dat er afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld de privacy van gebruikers, die door Mobike geschaad wordt, en zogenaamde virtual parking zones.

Een vergunningstelsel

Dergelijke afspraken kunnen vastgelegd worden in een vergunningstelsel, zoals vanaf begin dit jaar in Rotterdam al geldt. Er is vanuit andere deelvervoeraanbieders veel interesse om hun deeltweewielers ook in Delft aan te bieden. Om een goede samenwerking tussen de gemeente en deelvervoeraanbieders en tussen aanbieders onderling mogelijk te maken zijn heldere afspraken belangrijk. STIP is dan ook voorstander van het reguleren van deelvervoer via een vergunningstelsel. De wethouder gaat na vragen van STIP en andere fracties onderzoeken of een vergunningstelsel in Delft ook zou kunnen helpen.

Meer weten over deelvervoer of andere vragen over mobiliteit. Neem contact op met Marnix Weiler.